Zaaldiensten

INSTRUCTIE ZAALWACHTEN

De zaalwacht moet altijd een volwassene zijn. Zij stuurt ongeveer 4 dagen van te voren een email naar de scheidsrechters die moeten fluiten. De dag voor de wedstrijd belt de zaalwacht de scheidsrechters op die nog niet bevestigd hebben. Op de website van Union kan je precies zien wie moeten fluiten met daarbij behorende telefoonnummers. Deze info wordt overigens ook altijd rondgemaild. Er is steeds een ervaren zaalwacht die helpt met opstarten.


De zaalwacht dient uit tenminste 1 maar liever uit 2 personen te bestaan. De zaalwacht vervult geen andere functie dan zaalwacht. Zij fluit en/of coacht dus zelf niet. De zaalwacht dient een half uur voor aanvang van de eerste wedstrijd aanwezig te zijn.

 

Elke wedstrijd duurt 20 minuten – 5 minuten pauze – 20 minuten. Na de wedstrijd heb je maar 5 minuten om 2 nieuwe teams op te stellen. Verloren tijd mag NIET ingehaald worden.

 

De zaalwacht zorgt ervoor dat de wedstrijd op tijd begint. Zij houdt ook de score bij. Daar er per wedstrijd geen uitloop mogelijk is, wordt de tijd nooit stopgezet. Alle wedstrijden dienen dus precies op tijd te beginnen. Eventueel kan tijd worden gewonnen door het verkorten van de rustperiode tussen de speelhelften tot minimaal 2 minuten.

 

De zaalwacht controleert bij aanvang de speelvloer op eventuele reeds aanwezige schade. Bij constate­ring van schade dient dit onmiddellijk aan de zaalbeheerder te worden gemeld.

 

De zaalwacht zorgt voor orde in de zaal: bij misdragingen van spelers, coaches en/of ouders ondersteunen zij de jeugdscheidsrechters die op dat moment fluiten en last hebben van de misdragingen.

 

De zaalwacht is verantwoordelijk voor het in orde bren­gen van het speelveld (balken, doelen, spelers - en straf­bank); de aanwezigheid van verbandtrommel en de ballen . De spelers van beide eerste/laatste ploegen dienen hierbij hun medewerking te verle­nen. In de Jan Massink en de Manege worden de balken door de beheerder al gelegd. In de Veldschuur en USC moet je het zelf doen.

 

De zaalwacht controleert voor iedere wedstrijd de uit­rusting van alle spelers inclusief de doelverdedi­ger. In alle zalen zijn zaalleg­guards met klittenband verplicht. Afplakken van gespen is niet toege­staan. Iedere speler dient te spelen in zijn of haar clubtenue, bij voorkeur met een zaal­hockey­stick en mag alleen sportschoenen met zolen die niet afgeven dragen.

 

Voor alles geldt:

NIET IN ORDE ... NIET SPE­LEN

De zaalwacht moet jeugdteams die zonder volwassen begelei­ding zijn de toegang tot de zaal weigeren en de competitieleiding terstond daarover informeren.

 

Er zijn niet standaard kleedkamers beschikbaar voor de teams. Wil een team gebruik maken van een kleedkamer, dan dient het dit met de zaalbeheerder te regelen. Hij/zij zal vragen om een legitimatie en zal dan een sleutel geven. Het team is verantwoordelijk voor alle schade die eventueel veroorzaakt wordt in een kleedkamer. Dit kan niet op Union of de KNHB worden verhaald.

 

Eventueel ontdekte schades dienen aan de zaalbeheerder te worden gemeld. De zaalwacht dient er op toe te zien dat er niet gegeten en gerookt wordt op de speelvloer. Overtreders (ook coaches) kan men de zaal uit zetten of het verder meespelen ontzeggen.

 

De zaalleiding dient er op toe te zien dat er niet gegeten en gerookt wordt op de speelvloer, de tribunes en in de kleedkamers. Overtreders kan men de zaal uit zetten of het verder meespelen ontzeggen.

 

In principe krijgt niemand een consumptie aangeboden. Het is leuk om voor de scheidsrechters een pak drinken en evt. iets lekkers mee te nemen (zij doen dit ook vrijwillig). Er is in beide zalen een kantine aanwezig, welke open is.

 

Niet-spelende teams moeten de sticks in - wanneer aanwezig - speciale opbergbakken of in de keeperstas opbergen. De teambegeleiding is hiervoor verantwoordelijk. Dit ter voorkoming van beschadigingen.

 

De zaalwacht neemt contact op met de zaalbeheerder, zodat beiden weten bij wie ze moeten zijn. Tevens laat de zaalwacht zich voorlichten over de bijzondere regels die in de hal gelden en de werking van het eventueel aanwezige elektronisch scorebord. De zaalwacht stelt vervolgens de teams op de hoogte van deze bijzondere regels.

 

De zaalwacht dient in het bezit te zijn van de laatste uitgave van het bondsreglement (deel zaalhockey) en spelre­glement (zitten in de zaaltas). Alle geconsta­teerde onregelmatigheden t.o.v. het bondsreglement dienen aan de competitieleiding te worden vermeld. Onregelmatigheden zijn o.a. het niet spelen in het juiste clubtenue, te laat komen, verkeerde uitrusting, etc.

 

Spelers die tijdelijk of definitief verwijderd zijn, dienen zich te melden bij de zaalwacht. De opgelegde straftijd gaat pas in nadat de speler zich gemeld heeft. De zaalwacht geeft het teken wanneer de straftijd verstreken is. Verwijderde spelers zitten naast de zaal­wacht op de strafbank/stoel.

 

Spoor de aanwezige scheidsrechters en coaches aan om zsm het DigitaalWedstrijdFormulier (DWF) in te vullen. Als een coach vindt dat er een uitslag fout is ingevuld moet hij dat bij het afronden van het formulier bij opmerkingen invullen.

 

Indien een team te laat komt, vermeldt de scheidsrechter op het wedstrijdformulier welk team te laat kwam en hoeveel minuten na de vastgestelde aanvangstijd de wedstrijd begonnen is. Indien het team meer dan 15 minuten te laat is, wordt de wedstrijd niet meer gespeeld.